De ambulance die uitrukt en ter plekke eigenlijk niet nodig blijkt te zijn. De huisarts die de drukke huisartsenpost moet verlaten om een losgeschoten katheter te verhelpen. Twee voorbeelden van niet de juiste zorg op de juiste plaats. Hoe valt dit te doorbreken? Om antwoord te kunnen geven op deze vraag, zijn in Nederland als pilot een aantal zorgcoördinatiecentra gestart. De pilot in de regio Rotterdam-Rijnmond is zojuist afgerond.
De pilot Zorgcoördinatiecentrum (ZCC) Rotterdam-Rijnmond is in 2019 voorbereid en in maart 2021 gestart. Huisartsenpost ’t Hellegat, die spoedzorg levert in de Hoeksche Waard en op Goeree-Overflakkee, was een van de initiatiefnemers. Directeur Jochem Janssen: “Ik draag innovatie in de zorg een warm hart toe. Niet alleen op digitaal gebied, maar ook als het gaat om het organiseren van de zorg. Je kunt de zorg veel efficiënter maken door samenwerking in de keten.”
“Zo snel mogelijk duidelijk maken voor wie de zorgvraag is, dat is in feite de kern van Zorgcoördinatie (ZC). Ik ben er een enorme voorstander van. Een ZCC kan helpen de druk op de zorg het hoofd bieden en deze toegankelijk houden. Doordat de vergrijzing en de toenemende vraag naar complexe zorg neemt de noodzaak alleen maar toe.”
Veel inefficiëntie
“Onze triagisten zijn veel tijd kwijt, in de avond en het weekend, om een patiënt op de juiste plek te krijgen. Dat is bijvoorbeeld voor iemand met psychische problematiek, een verwarde persoon, heel lastig. Je bent er zo een halfuur, drie kwartier mee bezig. Tijd die je niet kunt gebruiken om andere zorgvragers te helpen. Aan het zoeken naar een verpleegbed ben je ook veel tijd kwijt. Of je krijgt een telefoontje over iemand met een verstopte of losgeraakte katheter in een verpleeghuis. Als de juiste zorgverlener er niet is, bellen ze ons en gaat de huisarts erheen. Maar die is te hoog opgeleid om een katheter te verwisselen. Dat zou meer een taak zijn voor bijvoorbeeld de wijkverpleegkundige. Zo is er veel inefficiëntie. Tijdens de pilot ZCC Rotterdam-Rijnmond hebben we getest hoe het efficiënter kan en hoe je de zorg kunt opschalen en afschalen.”
Op één locatie
“Eerder hebben wij al een kleine pilot gedaan, samen met de meldkamer van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Die duurde drie avonden. De pilot waar we het nu over hebben was langduriger en met meer partijen. Je hebt er wel een hoop geld voor nodig. Ambulancezorg Nederland (AZN) had het ervoor over, samen met de zorgverzekeraar. AZN vond de pilot zo belangrijk, omdat het idee leeft dat ambulances veel oneigenlijke ritten maken. De ironie is dat er tijdens de pilot meer ambulanceritten zijn gemaakt. Dat was tijdens COVID, dus die uitkomst is niet representatief.”
“Er is voor gekozen om op één locatie samen te werken: de meldkamer van de Veiligheidsregio in Rotterdam-Zuid. Dit omdat is bewezen dat de kwaliteit van de samenwerking exponentieel toeneemt als de fysieke afstand afneemt. Als we het doen, doen we het goed, was de gedachte. Dus kropen we op zaterdag en zondag van acht uur ’s ochtends tot drie uur ’s middags bij elkaar onder één dak: centralisten van de meldkamer – voor de ambulancedienst, de politie en de brandweer –, triagisten van de Huisartsenposten Rijnmond en ’t Hellegat én een regiearts van een HAP. Later is ook nog de Rotterdamse VVT (verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg) aangeschoven. Vorig jaar zomer is er een pauze van enkele maanden geweest omdat er door corona capaciteitsgebrek was.”
Resultaten
“De uitkomst van de pilot? Hoe vaak is de GGZ versneld ingeschakeld? Hoeveel oneigenlijke ambulanceritten zijn er minder gemaakt? Dit soort vragen over de kwantitatieve resultaten zijn niet te beantwoorden. Wel is er iets te zeggen over de kwaliteit van de samenwerking in de keten. Daar ben ik heel positief over: we snappen elkaar en weten elkaar te vinden.”
“Ondanks het ontbreken van de kwantitatieve data, is er beweging om Zorgcoördinatie voort te zetten. Dat vinden AZN, de zorgverzekeraars en politiek Nederland. HAP ’t Hellegat wil meedoen, maar niet meer fysiek op één locatie in Rotterdam. Voor ons was het niet praktisch en leverde het onvoldoende op, ook omdat de VVT in onze regio daar niet aanwezig was. Door vanuit de HAP te werken voorkomen we dat we een extra arts en een extra triagist nodig hebben. Via een videoscherm kunnen we verbonden zijn met het ZCC en toch laagdrempelig overleggen.”
“Verder willen we gaan werken aan betere samenwerking met de VVT van CuraMare. Dat zou heel goed in Dirksland kunnen, waar wij een HAP hebben. Maar hoe we de samenwerking precies organiseren, dat gaan we eerst uitzoeken.”
Opschalen en afschalen
Hermen Driece, sinds 2016 huisarts in Ooltgensplaat, zat enkele keren als regiearts in het ZCC. “Deze pilot draait om kwaliteit, doelmatigheid en samenwerking. Het doel is de zorgvraag directer te beantwoorden, ervoor te zorgen dat de juiste zorg sneller op de juiste plek komt. Dat kan opschalen of afschalen betekenen. Bij het afschalen van ambulancezorg komt de regiearts in beeld. Die beoordeelt dan of de vraag iets is voor bijvoorbeeld de huisarts of de VVT. Voor iemand met een hartinfarct die de huisarts belt, is juist weer opschaling nodig.”
“In het ZCC kun je hier fysiek over overleggen. Je zit bij elkaar en er is meer regie en overzicht. Het werkt snel en effectief. Bijvoorbeeld als je een acute hulpvraag krijgt van een suïcidale psychiatrische patiënt. Als je die als huisarts aan de lijn krijgt, kun je niet veel beginnen, maar in het ZCC kun je snel de juiste zorg regelen door bijvoorbeeld de GGZ in te schakelen. Je kunt snel handelen, ook als er reanimatie nodig is.”
“Lastiger is het punt van de verantwoordelijkheid. Ga je afschalen en blijkt een patiënt toch een hartinfarct te hebben, dan kan het ingewikkeld worden. Dat houdt verband met het triagesysteem dat je hanteert.”
Directe lijnen
“De pilot ZCC is mij goed bevallen. Je leert op een andere manier te denken. Het is voor een dokter ook wennen, omdat je meer samenwerkt en overlegt. Je denkt meer vanuit urgentie. Het kan heel hectisch zijn. Niet vreemd als je bedenkt dat je als ZCC een regio met 1,2 miljoen inwoners bedient.”
“Door de pilot weten we elkaar in de keten beter te vinden. Je hoeft niet per se samen op één locatie te zitten, als de directe lijnen en de snelle toegang maar blijven bestaan. Als dokter ben ik enthousiast over Zorgcoördinatie, dat is duidelijk, maar ik weet niet of het bedrijfskundig verantwoord is om via een ZCC een kwaliteitsverbetering te bewerkstellingen.”
Dit artikel staat in de tweede uitgave van het magazine “Samen naar Beter”, een verzameling van innovatieve projecten op de Zuid-Hollandse Eilanden.