In mei 2020 tekenden zorggroepen (huisartsen), gemeenten, GGZ-instellingen en zorgverzekeraar CZ en Samergo (voormalig Steunpunt KOEL) een intentieverklaring. Daarmee committeerden ze zich aan het programmaplan om op de Zuid-Hollandse Eilanden aan de slag te gaan. We zijn nu twee jaar verder. In mei 2022 is de evaluatie: wat heeft de Taskforce opgeleverd en hoe ziet het vervolg eruit?
Elkaar leren kennen
Marcel Hoogerheide begeleidt het proces vanuit Samergo, een organisatie die vorig jaar is ontstaan door de fusie van twee Regionale Ondersteuningsstructuren (ROS), te weten ZorgImpuls en Steunpunt KOEL, die zich bezighoudt met het ontwikkelen, stimuleren en versterken van multidisciplinaire samenwerking in de zorg. Hij vertelt over de “taal- en cultuurverschillen” tussen de partijen die samen aan tafel kwamen te zitten om de Taskforce op de Zuid-Hollandse Eilanden vorm te geven.
“Ze moesten eerst elkaar leren kennen en vertrouwen en daarna leren samen-werken. Want niemand kan het alleen. Het probleem van de wachtlijsten is alleen samen op te lossen. En alleen samen kunnen we goede GGZ dicht bij de doelgroepen organiseren.”
“Wij hebben een eigen doelstelling geformuleerd”, zegt Martine Kooi, bestuurder van zorggroep KIEK en voorzitter van de stuurgroep Taskforce. “De wachtlijsten reduceren tot nul is een illusie. Het is een complex logistiek vraagstuk. Capaciteit is lang niet altijd de oplossing. Wij zijn gaan kijken naar wat ons verbindt. We ontmoeten elkaar, sparren met elkaar en zijn gaan samenwerken. Dat is nodig, want we waren elkaar kwijtgeraakt. Huisartsen, gemeenten, GGZ…, ze zaten allemaal in hun eigen bubbel, uit elkaar gegroeid door schaalvergroting, zogenaamde efficiency, financieringsstructuur en bezuinigingen.”
Consultatie werkt
“Onze focus ligt op samenwerken. De Taskforce is een overlegtafel, een denk- en doetafel. Onder de stuurgroep hebben we twee werkgroepen: GGZ Volwassenen (18+) en GGZ Jeugd en Gezin (18-). Als dat effect heeft op de wachtlijsten, dan is het winst. Maar het gaat ons dus in de eerste plaats om ontmoeting en samenwerking. Onze doelstelling is: interface, namen en rugnummers kennen, de menselijke maat terugbrengen. En dat heeft de Taskforce ook bereikt. De huisarts heeft het telefoonnummer van de psychiater en kan deze consulteren. Dat is een gunstige ontwikkeling.” Marcel: “Consultatie werkt.”
Martine: “Verder is het belangrijk dat er praktijkondersteuners (POH) GGZ zijn in huisartsenpraktijken. Zij versterken daar de GGZ-kennis en geven laagdrempelig, toegankelijk advies en begeleiding. Er zijn niet alleen POH’s GGZ voor volwassenen, maar ook voor de jeugd, terwijl er in de Hoeksche Waard jeugdprofessionals GGZ aanwezig zijn in de huisartsenpraktijk die nauw verbonden zijn met het jeugdteam. Dat leidt tot een aanzienlijke afname van het aantal doorverwijzingen naar de specialistische GGZ en blijft de zorg ook vaker dicht bij huis.
“Nu is de POH GGZ-jeugd een pilot in een aantal praktijken. Later willen we dat, met gemeenten en zorggroepen, verder uitrollen. Doordat gemeenten en huisartsen elkaar nu beter kennen, kunnen ze het ook gemakkelijker over andere thema’s hebben, zoals de huisvesting. Dat is bijvangst.”

Kortere wachtlijsten?
Een ander resultaat van de nieuwe wind, die er dankzij de Taskforce waait, is dat de drie GGZ-instellingen Parnassia, GGZ Delfland en FortaGroep, steeds meer samenwerken en onder andere zijn gestart om de casuïstiek te bespreken van mensen op de wachtlijst. “Ze benutten elkaars deskundigheid en kijken naar mogelijkheden in plaats van naar beperkingen”, zegt Marcel. “Nog een effect is het besluit van Parnassia om gebiedsgericht te gaan werken, dichter bij de cliënt en de huisartsenpraktijk.”
De wachtlijsten zullen door de inspanningen van de Taskforce op den duur korter worden, verwachten Martine en Marcel. “Het moet effect hebben op de instroom, de doorstroom en de uitstroom, maar dat is een kwestie van de lange adem, volhouden en elkaar vast blijven houden op de ingeslagen weg. Wij kijken niet in de eerste plaats naar de cijfertjes. Wij zijn erachter gekomen dat het om samenwerken gaat. Samenwerking is het meest krachtige instrument wat je hebt.”