Ziekenhuiszorg wordt verleend in het ziekenhuis, door de medisch specialist. Huisartsenzorg wordt verleend in de huisartsenpraktijk, door de huisarts. Zo is het altijd geweest. Maar kan het ook anders? De mogelijkheden om specialistische zorg buiten de muren van het ziekenhuis te verlenen zijn – mede door technologische ontwikkelingen – in de loop van de jaren fors toegenomen, evenals de kennis en kunde van de huisarts. Tegelijkertijd nemen de zorgkosten en de druk op de ziekenhuiscapaciteit toe. Biedt dit mogelijkheden om de zorg anders te organiseren? Over deze vraag gaat het in dit artikel. Aan het woord zijn de huisartsen Kasper Bruggeman, Han Gloudemans, Bertien van Gijssel en Marloes Tack en de specialisten Marjan van Ledden-Klok en Iris van Groeningen. Zij vormen vanuit de samenwerking tussen het ziekenhuis en de zorggroepen Haringvliet en Cohesie de zorgvernieuwingswerkgroep ‘Dokters praten met dokters’.
Doordat de huisarts patiënten naar de specialist verwijst, en andersom de specialist patiënten terugverwijst naar de huisarts, is er als vanzelf sprake van samenwerking. “Een samenwerking die we als goedlopend en laagdrempelig ervaren”, geven de huisartsen desgevraagd aan, “en die eigenlijk zelfs verdieping heeft gekregen door de coronacrisis. Die maakte dat we elkaar sneller en makkelijker weten te vinden om te overleggen en af te stemmen, bijvoorbeeld wanneer je als huisarts een patiënt naar de specialist wil verwijzen. Daarover bestaat nu meer overleg vooraf. Zo kan de specialist aangeven welke behandeling alvast ingezet kan worden, of anderszins advies geven, waardoor de patiënt soms in het geheel niet meer naar het ziekenhuis hoeft. Een ontwikkeling die de zorg ten goede komt.”
Zorg dichter bij huis
Marjan onderschrijft dit. “We hebben ervaren dat we elkaar nodig hebben. En dat neemt in de toekomst alleen maar toe. De totale kosten van de zorg blijven stijgen en ziekenhuiszorg is duur. Daardoor zullen we ernaartoe moeten om, wanneer dat verantwoord kan, patiënten buiten het ziekenhuis te behandelen. Want niet alle specialistische zorg hoeft per se door de specialist verleend te worden, maar kan bijvoorbeeld ook in de huisartsenpraktijk, waarbij de specialist zo nodig een oogje in ’t zeil houdt.”
“Dus praten we over het anders inrichten van zorg”, geven de huisartsen aan. “De patiënt krijgt de zorg dan veel dichter bij huis. Dat is voor hem of haar ook veel beter.”
“Ja”, beaamt Marjan, “voor minder complexe zorg kun je als specialist zelfs prima het ziekenhuis uít, bijvoorbeeld naar de patiënt thuis, of naar het verzorgingshuis. Dat is voor de patiënt veel comfortabeler. Het ziekenhuis bewaar je dan voor héél specialistische hulp”.
Belangrijke rol huisarts
“Als we op deze manier onze zorg inrichten”, vult Iris aan, “ligt er voor de huisarts een belangrijke rol. Als specialist zie je een patiënt soms bijvoorbeeld maar één keer per jaar. Wat zich in de rest van het jaar voordoet, speelt zich bij de huisarts af en krijgt de specialist niet altijd even goed mee. Wanneer je een patiënt van leefstijladviezen voorziet, heb je als specialist bijvoorbeeld geen invloed op hoe die in de praktijk worden opgevolgd. De huisarts daarentegen staat veel dichterbij de patiënt, weet van de hoed en de rand, kent ook de context van de patiënt en kan daardoor beter bepalen of en hoe klachten behandeld moeten worden. De huidige scheiding tussen eerstelijns- en tweedelijnszorg leidt dus niet altijd tot optimale zorg en efficiency. Ook weet de patiënt vaak niet wie de regie heeft. Het is dan ook onze grote wens om die werelden in elkaar over te laten lopen, om de zorg gezámenlijk te gaan leveren, met voor elke patiënt een duidelijke regisseur. Dit is vaak de huisarts, maar dat kan voor een complexe patiënt ook een regie voerende medisch specialist zijn.”
Meedenkconsult
Om nog betere zorg te kunnen leveren, maakt Marjan duidelijk, is het belangrijk dat huisarts en specialist elkaar virtueel kunnen ontmoeten, om te sparren over de behandeling van een patiënt. Hiervoor is intussen een initiatief ontwikkeld dat momenteel als pilot wordt uitgerold: het Meedenkconsult. Daarbij nemen computersystemen, langs een veilige weg en zonder mailverkeer, patiëntgegevens van elkaar over. Ook kunnen artsen hierin overleggen, waarbij elkaars berichten rechtstreeks in het dossier van de juiste patiënt komen. Een innovatie waar ze blij mee zijn.
Preventie
Nog één punt waarop de specialisten in de toekomst graag samen met de huisartsen zouden acteren is het werken aan preventie. “We zijn opgeleid om problemen op te lossen, maar we zouden veel meer bezig moeten zijn om problemen te voorkomen. Da’s veel beter voor de gezondheid van de patiënt én het bespaart zorgkosten!”
Dit artikel staat in de eerste uitgave van het magazine “Samen naar Beter”, een verzameling van innovatieve projecten op de Zuid-Hollandse Eilanden.