Fietsproef werd verantwoordelijkheid van de huisarts

In het besef dat dingen anders, efficiënter kunnen, hebben ook de cardiologen van Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis en de huisartsen op Goeree-Overflakkee elkaar gevonden. Zij realiseerden een verbeteringsslag met betrekking tot de fietsproef. En dat blijkt een goede zet te zijn geweest. Cardioloog Timo Baks en de Sommelsdijkse huisarts Gert-Jan Dogterom vertellen erover.

Tot begin 2019 was de route naar de fietsproef best omslachtig, maar sinds februari van dat jaar gaat dit anders. “De fietsproef doen we veelal bij patiënten die met pijn op de borst of met kortademigheid kampen”, geeft Timo aan. “De proef brengt in kaart hoe het hart functioneert bij fysieke inspanning. Jaarlijks ondergaan honderden patiënten deze inspanningstest. Voorheen stuurde de huisarts een patiënt voor een fietsproef naar de cardioloog. De cardioloog beoordeelde of dit onderzoek voor de patiënt veilig was, dus voor hem of haar geen risico’s met zich meebracht, en vroeg daarna de fietsproef aan. Waar we naartoe wilden is dat de huisarts rechtstreeks een fietsproef aan kon vragen, zonder dat de cardioloog ertussen kwam.”

Nieuwe werkwijze
De werkwijze werd aldus veranderd. “Beoordeling of een patiënt aan de fietsproef mag deelnemen en daar rechtstreeks naartoe mag is nu verantwoordelijkheid van de huisarts”, legt Gert-Jan uit. Alleen patiënten met een hogere urgentie worden nog door de cardioloog beoordeeld. En natuurlijk kan de huisarts altijd ook nog naar de cardioloog verwijzen wanneer hij dat nodig vindt. “Voordeel van de nieuwe werkwijze is dat patiënten voor een fietsproef niet meer tegen een wachtlijst aanlopen, nu dus sneller aan de beurt zijn, en niet eerst ook nog langs de cardioloog moeten. Het gaat nu zo: patiënten krijgen hun afroep via de huisarts, tijdens de proef worden ze begeleid door deskundig ziekenhuispersoneel en al vrij snel na de proef krijgt de huisarts de uitslag binnen van de cardioloog.”

De cardioloog blijft dus nog wel bij het onderzoek betrokken, maar alleen nog op afstand. Timo: “Op deze manier hebben we een samenwerkingsmodel waarbij de patiënt ook déze zorg zo dicht mogelijk bij huis kan krijgen, namelijk bij zijn of haar eigen huisarts. Díe is nu de hoofdbehandelaar en heeft de regie in handen. Alleen voor het onderzoek zelf hoeven patiënten nog maar naar het ziekenhuis. Dat de cardioloog niet meer aanwezig is bij de fietsproef heeft geen invloed op de kwaliteit van zorg. De uitvoering van de fietsproef is in het ziekenhuis gestandaardiseerd. En deze standaard is zo goed dat de kwaliteit van de beoordeling niet meer afhankelijk is van de aanwezigheid of afwezigheid van de cardioloog”, verzekert Timo.

Mee doorgaan
Zowel de huisartsen als de cardiologen zijn tevreden over de resultaten van de eerste twee jaar. Gert-Jan signaleert van de kant van zijn patiënten positieve reacties. “Ze vinden het fijn dat ze voor de proef eerder terecht kunnen en voor hetzelfde onderzoek niet twee keer naar het ziekenhuis hoeven. Daarnaast: door dit samenwerkingsmodel doen we nu ook het Holteronderzoek, een 24- of 48-uurs onderzoek van het hartritme, volgens de nieuwe manier. We zien steeds meer verbinding ontstaan tussen eerstelijns- en tweedelijnszorg. Ik heb het gevoel dat we laagdrempeliger met elkaar communiceren. Dat zorgt voor meer kwaliteit van de zorg, heeft voordelen voor de patiënt en het werkt efficiënter!” “Daarnaast is het een efficiëntere manier van werken, waardoor veel patiënten, zo’n zestien per maand, niet meer doorverwezen hoeven te worden naar de specialist”, zegt Timo. “Daardoor hebben we meer ruimte gekregen voor andere patiënten. Daar zijn we als cardiologen blij mee, evenals over deze samenwerking met de huisartsen. Wat ons betreft gaan we hier zeker mee door!”

Dit artikel staat in de eerste uitgave van het magazine “Samen naar Beter”, een verzameling van innovatieve projecten op de Zuid-Hollandse Eilanden.