Eén club rond zwangerschap en geboorte

Een zorgterrein waarop al langere tijd wordt samengewerkt is de geboortezorg. Nadat in 2008 een alarmerend rapport verscheen dat in Nederland de sterfte van pasgeborenen zo hoog was, zijn op dit gebied diverse samenwerkingen ontstaan. Duidelijk werd dat de geboortezorg ontschotting behoefde. Eén van de samenwerkingsverbanden die daardoor ontstond is coöperatie Geboortezorg Zuid aan Zee. Alle zorgdisciplines waarmee een zwangere en bevallen(de) vrouw te maken heeft zijn hierin vertegenwoordigd. En vier vertellen erover. Het zijn physician assistent – klinisch verloskundige Esther Huizer, verloskundige Marthe Oosterlee, kraamzorgconsulent, lactatiekundige en kraamverzorgende Jolanda Volkers en gynaecoloog Frans Copraij.

Het initiatief voor deze samenwerking kwam van de verloskundige praktijken in de regio. “De verloskundigenpraktijken van buiten het ziekenhuis zochten verbinding met de gynaecologen”, legt Esther uit, “om binnen een verloskundig samenwerkingsverband en vanuit de inhoud van onze zorg te werken aan een betere zorgkwaliteit voor de zwangere vrouw. We wilden af van ‘ieder voor zich’ en wilden toe naar één team zorgverleners rondom de cliënt.” “Eén club rond zwangerschap en geboorte”, vult Frans aan. “Voorheen verleende ieder z’n eigen zorg zónder dat er werd samengewerkt of over de cliënt werd gecommuniceerd. Daardoor misten we zowel informatieoverdracht als overdracht van elkaars kennis. Dat is veranderd. Nu staan we met z’n allen om een en dezelfde cliënt, voor wie we gezamenlijk een zorgplan maken.”

“De cliënt staat centraal”, voegt Marthe hieraan toe. “Het gaat erom dat díe op wélk moment dan ook de juíste zorg op de juíste plaats krijgt. Dat kan per zwangerschap verschillen en zelfs tíjdens de zwangerschap kan de zorgvraag wisselen. De vraag wíe die zorg verleent speelt binnen het samenwerkingsverband verder niet. Het gaat er alleen om dat het de juíste zorgverlener is, van wie cliënt de dan meest passende zorg kan krijgen.”

Uniform
“Weliswaar handelt iedere zorgverlener vanuit de eigen entiteit, maar we werken nu wel volledig in relatie tot elkaar”, zegt Jolanda. “Daarvoor hebben we gezamenlijk afspraken gemaakt: van intake tot en met bevalling, álles hebben we geprotocolleerd, met voor allemaal uniforme werkinstructies, dezelfde formulieren om te gebruiken, eenduidige voorlichting aan cliënten, en gebruikmaking van een gedeeld dossier. We staan via korte lijntjes met elkaar in verbinding en runnen zelfs samen een echocentrum. Zonder coöperatie zie en spreek je elkaar niet, nu wel!”

Esther beaamt dat volmondig. “We hanteren dezelfde kwaliteitscriteria. We hebben zorgpaden geschreven, dus exact vastgelegd wélke zorg wélke cliënt wánneer moet krijgen, met voor elk risico een aangepast zorg- pad. We houden multidisciplinair overleg en spreken dezelfde taal.”

Spoorboekje
“Wat we met elkaar hebben vastgelegd vormt een soort spoorboekje, niet alleen voor onszelf maar we delen dit ook met de cliënt, zodat ook díe weet waar ze aan toe is”, geeft Frans aan.

“Door dat spoorboekje”, gaat Jolanda verder, “werken processen niet alleen soepeler, maar ook signaleer je eerder, waardoor je de kwetsbare zwangere sneller de juiste zorg en begeleiding kunt geven. De cliënt merkt zelf ook dat er meer en betere samenwerking is en dat ze omringd wordt door één pakket van goede zorg.”

Geen hiërarchie
Deze vorm van samenwerking vraagt wel een andere manier van met elkaar omgaan. Voor hiërarchie is geen plaats. “Hiërarchie moet ergens op gebaseerd zijn”, zegt Frans. “Als gynaecoloog heb je andere kennis dan de verloskundige en omgekeerd, maar je bent niet meer. Je staat op één lijn en het gaat om die ene patiënt. Als dingen die je voorheen zelf deed nu beter door een van de samen- werkingspartners gedaan kunnen worden, is dat vanzelf even wennen. Evenals dat je voorheen zelfstandig je beslissingen nam en beleid maakte. Dat had even tijd nodig en je moet de ander dat vertrouwen ook kunnen geven, maar bij onze coöperatie staat dit op een heel hoog niveau.”

Vanzelf blijft de coöperatie groeien. “We ontwikkelen altijd door”, zeggen Esther en Marthe. Ontwikkelingen gaan door, er komen nieuwe aspecten bij en… kwaliteit kun je áltijd verbeteren!”

Dit artikel staat in de eerste uitgave van het magazine “Samen naar Beter”, een verzameling van innovatieve projecten op de Zuid-Hollandse Eilanden.